Vandaag iets met... Suikerbrood

03-05-2015 20:52

Als ik iets lekker vind is het wel suikerbrood, liefst vers gebakken en met een dikke laag roomboter. Om dit feestbrood te maken stond dan ook al lang op mijn to do list.

Eerst een klein beetje theorie;

Het beroemde Friese suikerbrood bevat 40% suiker en er wordt kaneel aan toegevoegd. Ook in andere delen van Nederland en in België wordt suikerbrood gebakken, zoals in Limburg en Noord-Brabant, klontjesmik geheten. Deze mik bevat een kleinere hoeveelheid suiker (25%) en er wordt geen kaneel aan toegevoegd. Maar ik heb er, uiteraard, weer mijn eigen draai aan gegeven.

Gaan we nu koken;

  • ·         500 gram tarwebloem
  • ·         7 gram droge gist
  • ·         10 gram zout
  • ·         45 ml gembersiroop (3 eetlepels)
  • ·         180 gram melk, lauwwarm
  • ·         100 gram ei (2 stuks)
  • ·         75 gram gesmolten roomboter
  • ·         180 gram parelsuiker (of greinsuiker)
  • ·         1 theelepel kaneel
  • ·         0.5 theelepel gemalen kruidnagel
  • ·         15 gram gesmolten roomboter
  • ·         2 kleine aluminium suikerbroodbakvormen of 1 grotere, dik ingevet met roomboter. Je kan ook een cakeblik gebruiken. Om de vormen meerdere keren te gebruiken             bekleed je de vorm met bakpapier. Staat lekker ambachtelijk ook.

Werkwijze:

Meng tarwebloem, droge gist en zout in de kom. Roer gembersiroop, melk en de eieren door elkaar, voeg dit bij het bloemmengsel en roer met een pollepel door elkaar. Kneed met de deeghaak tot het vocht is opgenomen (± 5 minuten) door de bloem. Voeg dan de gesmolten boter scheutje voor scheutje toe en kneed in ± 10 minuten tot een soepel deeg.
1e rijs:
Doe het deeg over in een licht met zonnebloemolie ingevette kom, 1 x keren zodat alle kanten met wat olie bedekt zijn. Dek de kom af met een schone theedoek en laat het deeg in ongeveer 60 minuten in volume verdubbelen.
Meng intussen de parelsuiker met de kaneel, kruidnagel en gesmolten boter. Door ook wat gesmolten boter door de suikerparels te mengen kleeft de kaneel aan de suikerparels en is zo makkelijker door het deeg te mengen. 

NB. Parelsuiker of greinsuiker kan je ook heel makkelijk zelf make. Neem hiervoor 200 gram suiker en meng dit met 2 eetlepels water. MEng goed door elkaar en laat dit op een warm plakje helemaal droog worden. Eventueel de suiker breken en klaar is je grein.

Vulling erdoor werken:

Stort het deeg op een licht met zonnebloemolie ingevette werkplek en druk of rol het deeg uit tot een rechthoek. Strooi de helft van de suikerparels erover en vouw het deeg als een brief in 3-en. Druk of rol het deeg nogmaals uit tot een rechthoek, strooi de andere helft van de suikerparels erover en vouw het weer als een brief in 3-en. Snijd nu het deeg met een deegsteker in stukken en kneed ze weer samen. Herhaal het in stukken snijden en samen kneden zonodig nog een keer, tot de suikerparels goed door het deeg gemengd zijn.
 

Vormen:

Verdeel het deeg in vier gelijke stukken en bol twee stukken deeg losjes op. Laat afgedekt 20 minuten liggen. Rol de andere twee stukken deeg tot een rechthoek (let erop dat ze niet breder worden dan de bakblikken) bestrooi met het parelsuikermengsel. Rol op als een wrap en rol dit ook door de suiker.
Rol de andere twee deegbollen tot een rechthoek en leg de 'wrap' hierop. Rol de wrap in het deeg. Leg de deegrollen met de naad naar beneden in de bakblikken.
 

Oven voorverwarmen:
Verwarm tijdens de 2e rijs de oven voor op 200 °C.
 

2e rijs:
Laat de broden in 45 - 60 minuten tot bijna in volume verdubbelen. Het deeg is genoeg gerezen als je er met een vinger op drukt en het deeg veert langzaam terug.
 

Bakken:
Bak de broden in ongeveer 30 minuten gaar en bruin. Los ze direct uit de bakblikken en laat ze afkoelen op een rooster.

Varieer met het brood; smeer de 'wrap' in met aardbeienjam en beleg met halve aardbeien.
Of besmeer de wrap met appelstroop, gehakte chocolade, chocoladepasta of gehakte noten.